Het waterschap Limburg stuurt al het materieel naar buiten om te redden wat er te redden valt en dat is veel eerder dan verwacht omdat dit soort extreme buien pas in 2050 zouden vallen. Dit is exact hetzelfde excuus al de waterschappen voor ZO Brabant aangaven in 2016. Welkom in het casino van de wateroverlastveiligheid. We steken enorm veel energie in kleine beetje die niet helpen en GOKKEN dan dat het meevalt, dat die extreme bui nog even wegblijft. BIZAR!
Het Waterschap had in de ochtend van 14/7 nog niet in de gaten dat het ’s avonds zo erg zou worden geeft de dijkgraaf aan. De bui zou 30 km verderop vallen. Tsja en dan kan je niet bedenken dat die weermodellen onzeker zijn. Het beeld voor de Maas was ook dat de rivier het makkelijk aan zou kunnen. Dat beeld veranderde in een paar uur.
Op 14/7 keek ik om 13h het VRT Journaal en voelde toen al aan mijn theewater dat er iets bijzonders gaande was. Het water kolkte door SPA en het dorpje Moelingen in de Voerstreek vlak onder Eijsden dreigde onder te lopen. Provincie Luik gaf toen al code Rood af. De puinhopen in Duitsland begonnen zich ook af te tekenen. Maar dat is natuurlijk buitenland, geen Nederland.
De dijkgraaf verwacht dit hoog water niet in de zomer maar in de winter. In zomer van 1980 regende het ook flink, toen dreven de caravans in de Maas. De veiligheid in Zuid Limburg is gebaseerd op buffers, die zijn ontworpen op een herhalingstijd van 25 jaar. Hoe onnozel zijn we geweest om dat criterium te verzinnen in een omgeving waarbij het heel lastig is om die buffers te realiseren. Minimalistisch ontwerpen is meer iets voor een situatie waarin je makkelijk kan upgraden. Kan dat upgraden niet makkelijk, dan het beter meer marge nemen.
De dijkgraaf, meteoroloog en de adviseur roepen allemaal dat het om heel bijzondere omstandigheden gaat. Dat is maar hoe je het bekijkt, hoe breed zet je de oogkleppen.
Deze eeuw hadden ze in het oosten van Duitsland 3 keer achter elkaar een jahrhundertflut in 2002, 2013, 2016. Ze zijn daar min of meer gestopt met die herhalingstijden. In 2002 zijn langs de Elbe hele dorpen weggespoeld. In Munster is in 2014 (uit mijn hoofd) bijna 300 mm neerslag gevallen in 6 uur. Dat is weliswaar een ander type bui maar het is wel een realiteit waarvoor we onze ogen niet mogen sluiten. Voor velen is alles wat er over de grens gebeurd heel ver van het bed.
In 2010 hadden we een een heel zware bui over Nederland die overlast veroorzaakte in de Achterhoek en Twente. Het probleem in de Achterhoek was dat de sloten niet gemaaid waren. Dat niet-maaien van watergangen wordt nu in Oost Brabant gebruikt als maatregel om water vast te houden. Zo slingeren we van de ene actualiteitsmaatregel naar de andere.
In 2012 hadden we een overstroming in Slenaken. Toen stond ook de Dijkgraaf vooraan om te zeggen dat het overmacht was en dat zoiets niet was te voorzien. Niet gehinderd door kennis domme uitspraken doen is normaal in Nederland. We zien het ook op het vlak van COVID maatregelen. De realiteit is dat die overstroming bij Slenaken juist wel was te voorzien. De hoogwatergolf in de Gulp kan je in een dergelijke situatie bijna op de achterkant van een sigarendoos uitrekenen. De Gulp heeft daar een klein en overzichtelijk inzamelgebied en de kans dat zo’n klein gebied vol getroffen wordt is groot. Het komt niet zo vaak voor, maar als het gebeurd dan zijn de gevolgen duidelijk.
In 2018 reed ik binnendoor van Luijk naar Luxemburg. Toen had het eind mei een tijdje flink geregend en het water kolkte al door die rivieren in de Ardennen. Straten waren ook toen al her en der afgesloten. Vrienden op leeftijd in Luxemburg hadden zoiets nog nooit eerder meegemaakt. Ons doel was de Vogezen. Met de auto zijn we La Plance de Belle Fille opgereden, een beroemde etappefinish in de Tour. Die hele weg lag plaatselijk besmeurt met grond en stenen. De route binnendoor naar de Ballon d’ Alsace was afgesloten. Kortom, in dat gebied was ook al van alles aan de hand bij veel minder extreme neerslag dan nu en waarvan we eigenlijk geen weet van hebben. Dat er in Zuid Limburg heel lang weinig aan de hand was is een kwestie van puur geluk. Dat werkt net als in de casino.
We leren heel slecht van ervaringen, vooral als die ervaringen in het buitenland liggen. Zuid Limburg is zwaar getroffen maar per saldo het lijkt erop dat de Ardennen en Nordrhein Westfalen veel zwaarder zijn getroffen, met een flink aantal doden. De ellende in België verplaatst zich vandaag 15/7 meer naar het centrum van het land, in het westen schijnt de zon. In Geetbets komt het hele dorp onder water te staan. Daar hebben ze vorige week al dammen doorgebroken (misschien te vroeg?) waardoor ook de hele omgeving al onder water stond.
De Belgische weerman Frank Deboosere heeft het weertype van deze week nog een keer goed uitgelegd. Het is eigenlijk niks nieuws, deze trend zien we al jaren. Afgelopen zomers hebben we te maken gehad met stabiele hoge druk situaties, met lange perioden van droogte en warmte. Nu hebben we te maken met de andere kant van die medaille. Nu hebben we een stabiele situatie van slecht weer, al weken, met nu een lage druk zone die draait over gebied en waaruit heel gelijkmatig heel veel regen valt. Dit is een duidelijke verandering in het weertype dan we gewend zijn. Daarop anticiperen vinden we lastig omdat het kostbaar is en omdat we altijd het de put pas dempen als het kalf verdronken is.
Statistiek is een lastig vak vooral voor alpha mensen. Ze noemen de regen van de afgelopen dagen een T=100 jaar gebeurtenis. Dat is belangrijk in verband met aansprakelijkheden. Een T=100 jaar gebeurtenis komt op een specifieke locatie gemiddeld 1 keer in de 100 jaar voor. Ergens in Nederland kan een T=100 jaar gebeurtenis meerdere keren per jaar voorkomen. In 2016 noemden ze dat ZO Brabant nog een T=3000 jaar gebeurtenis.
Het beschermingsniveau in Zuid Limburg ligt in de buurt van T=25 jaar. De kans dat je een T=100 jaar gebeurtenis meemaakt in een periode van 60 jaar bedraagt ongeveer 70%. Een T=25 jaar gebeurtenis nog veel vaker voor en dat betekent dat Zuid Limburg per saldo heel kwetsbaar is voor wateroverlast. Voor een meer menselijke maat voor wateroverlast moeten we gaan rekenen op neerslagsituaties met herhalingstijden van T=1000 tot beter T=10000 jaar. Dan nemen we de feitelijke risico’s serieuzer en gokken we minder. Het voordeel van een grotere uitdaging in waterveiligheid is dat we creatiever moeten gaan nadenken over maatregelen die we nu op voorhand aan de kant schuiven als te duur.
Het alternatief is dat we risico’s meer accepteren, maar dan moeten we die heel helder communiceren en daarvoor zijn herhalingstijden een minder geschikt middel.
Wat zouden we nu kunnen doen met deze ervaringen. Ik kom terug op iets wat ik een aantal jaren geleden al heb voorgesteld in een publicatie over het anticiperen op extreme neerlag. De gebeurtenissen van 2010, 2016 en nu 2021 kunnen we loslaten op andere gebieden in Nederland, bijvoorbeeld de Randstad of Noord Holland.
Dit is een mooi voorbeeld van een test-regenbied dat we ook eens over andere delen van Nederland zouden moeten projecteren.
Die ruimtelijke buien kunnen we op verschillende manieren over die gebieden laten trekken om te laten zien wat dan de effecten zijn. Dan zijn we misschien beter voorbereid op een discussie over hoeveel risico we wel of niet willen nemen.
Overzicht NETATMO registraties op 15/7 van de voorgaande 72 uur.
De volgende registraties van de NETATMO regenmeters geven via RadarTools een overzicht van de hoeveelheden in de verschillende tijdvakken. In hellende gebieden is het wel interessant hoeveel er ergens is gevallen maar daar hebben we ook te maken met aanvoer van elders. Dus de analyse van stroomgebieden van beken en rivieren is hier zeer wenselijk.
Dagsommen KNMI
LET OP: de schaal van de kaarten en de periode van de registratie. Deze kaarten laten een interpolatie van de waarden op de dagsommen-stations zien. De egale vlekken geven dus een vertekend beeld van de werkelijke situatie.
Neerslagverdeling in België (grofweg)
Last Updated on 2021-07-15 20:20 by harrr