Afgelopen decennia zijn in Nederland veel extreme buien van boven de 50 mm in een uur gevallen. In de neerslagregistraties van de vorige eeuw kwam dat slechts enkele keren voor. De hypothese is nu dat buien niet alleen intenser worden, maar ook grootschaliger. In dit artikel leest u wat grootschalige extreme buien kunnen betekenen voor het (stedelijk) waterbeheer.
Intenser
De aandacht van het waterbeheer gaat vooral uit van het verloop van de neerslag in de tijd. Voor het stedelijke waterbeheer gaat het vooral om de korte duren en voor het regionale waterbeheer meer de langere duren. De afgelopen decennia worden steeds grotere neerslaghoeveelheden in korte duren geregistreerd. Vaak vallen extreme buien slechts heel lokaal.
Grootschaliger
Voor de totale neerslagbelasting op (grotere) gebieden is niet alleen de toename van extreme neerslaghoeveelheden van belang. Vaak worden maar delen van (stroom)gebieden getroffen door extreme cellen. Maar er is ook een tendens waarneembaar dat de omvang van neerslaggebieden toeneemt. En dat betekent dat gebieden zwaarder worden getroffen, niet alleen omdat het harder regent maar vooral om omdat het harder regent over een groter gebiedsoppervlak.
In het waterbeheer kijken we vooral eendimensionaal naar de klimaatverandering van neerslaghoeveelheden en intensiteiten. Voor de tweedimensionale verandering van het ruimtelijke effect van de neerslag is nog te weinig aandacht. Voor het aspect van de grootschaligere buien is te weinig aandacht omdat de waterwereld vast ligt onder een set traditionele spelregels (normen).
KNMI 14 scenario’s
In de KNMI 14 klimaatscenario’s is aandacht besteed aan de ontwikkeling van grootschaligere gebieden met extreme neerslag. Met het ‘future weather model’ Harmonie, dat op een veel kleinere tijd- en ruimtelijke schaal rekent dan de klimaatmodellen, heeft het KNMI de ontwikkeling van extreme neerslag in een toekomstig klimaat gedetailleerder in beeld gebracht (zie figuur A).
Voor deze situatie neemt de maximale hoeveelheid toe van 130 mm naar 180 mm en is het gebied met meer dan 100 mm neerslag bijna twee keer zo groot. Dit beeld geeft voeding aan de hypothese dat de buien niet alleen intenser worden, maar ook grootschaliger.
Gevolgen voor het waterbeheer
Als extreme buien op een groter gebied gaan vallen, kan dat flinke gevolgen hebben voor het watervolume dat een gebied belast (zie figuur B). Gegeven de toekomstige ontwikkeling van de bui van 2010, met een piek die toeneemt van 150 naar 180 mm en een gebied met neerslag > 100 mm dat twee keer zo groot wordt, neemt het totale neerslagvolume in de bui toe met meer dan 100%.
Gegeven de toekomstige ontwikkeling van de bui van 2010, met een piek die toeneemt van 150 naar 180 mm en een gebied met neerslag > 100 mm dat twee keer zo groot wordt, neemt het totale neerslagvolume in de bui toe met meer dan 100%.
Het effect op het neerslagvolume is met een ruimer gebiedsoppervlak aanzienlijk groter dan dat van het piekvolume zonder toename van de gebiedsgrootte (zie figuur C). We moeten dus goed in de gaten houden of de gebiedsgrootte van extreme buien toeneemt. Het is belangrijk dat het KNMI onderzoek heeft gedaan naar dit klimaateffect in het Space2rain-project.
De kwetsbaarheid van stedelijke gebieden waar het water zich gemakkelijker kan verplaatsen via de riolering en het maaiveld, wordt groter. Visueel onderzoek van radarbeelden van extreme buien laat zien dat pieken vaak heel lokaal vallen. Veel pieken in extreme buien missen het bebouwde gebied soms op een haar. Als de gebieden met pieken groter worden, kan de kans op overlast nog fors toenemen.
Praktijk
De rampen in Zuid-Limburg, Duitsland en België in (2021) en Centraal Europa 2024 zijn in belangrijke mate veroorzaakt door de enorme omvang van de regengebieden met hoge neerslagintensiteiten. Het Waterschap Limburg gaf in 2021 aan verrast te zijn door de enorme neerslaghoeveelheden, terwijl in de KNMI 14 scenario’s een duidelijke waarschuwing was aangegeven. Het wordt tijd dat aan dit aspect aandacht wordt gegeven in de wateroverlast regelgeving.
Bronnen
Klimaat
De definitie van het klimaat is de gemiddelde situatie van het weer over een periode van dertig jaar. Over de klimaatontwikkeling van kortdurende extreme neerslag is nog weinig in detail bekend, omdat de tijd- en ruimtelijke resolutie waarmee de klimaatmodellen rekenen nog wat te grof is. De onzekerheden in de ontwikkeling van extremen zijn bovendien groot, waardoor het niet eenvoudig is om daar concrete uitspraken over te doen.
Sinds 1950 is de temperatuur omhoog gegaan en daardoor is ook de hoeveelheid waterdamp in de lucht toegenomen. Dit verklaart gedeeltelijk waarom jaarlijks meer neerslag valt. Het effect op zware buien is nog groter. Uit waarnemingen blijkt dat bij de meest extreme buien de hoeveelheid neerslag per uur toeneemt met ongeveer 12% per graad Celsius (opwarming).
De klimaatmodellen (2010) bootsen de kleinschalige buien (nog) niet goed na. Dit zijn de buien die in de zomer neerslagpieken veroorzaken. Veranderingen in neerslagextremen in de zomer die samenhangen met kleinschalige buien zijn daardoor extra onzeker, ook omdat deze buien afhankelijk zijn van lokale processen. De kans op zware buien neemt bij elk scenario toe, zij het met een grote onzekerheidsband.
Last Updated on 2024-09-26 19:52 by harrr